APOFYLIET
Chemische samenstelling: KCa4F(Si4O10)2.8H2O
Mineraalgroep: silicaten
Kristalstelsel: tetragonaal
Vorming: primair
Hardheid: 4,5 tot 5
Kleur: kleurloos, wit, geel, rood, groen, paars, blauwgroen, doorzichtig tot doorschijnend
Glans: glasachtig tot parelmoer
Vindplaatsen: India, VS, Duitsland, Brazilië, Tsjechië, Schotland, Australië, Italië
Bewerking: polijsten
Apofyliet hoort bij de zeolieten, een groep mineralen die water bevat.
Men vindt het vaak in gangen, spleten of holtes in basalt en kalksteen, waar het is afgezet door waterige oplossingen.
De kristallen hebben meestal langgerekte prisma’s met vierkante doorsnede. Kristallen kunnen erg groot worden.
De vorm van de kristallen kan echter per vindplaats erg verschillen.
Apofyliet komt voor in massieve en korrelige aggregaten. Vaak wordt het samen gevonden met o.a. prehniet, kwarts en stilbiet.
Hele mooie kristallen komen voor in Poona, India.
De naam apofyliet komt van het Griekse woord ’apophulliso’, wat pluizen betekent.
Door de parelmoerglans en de aparte lichtspeling wordt apofyliet ook wel vissenoogsteen genoemd.
Omdat het materiaal heel zacht en breekbaar is wordt het niet vaak voor sieraden gebruikt.
Als apofyliet wordt verhit gaat het schilferen.
|
|