APATIET
Chemische samenstelling: Ca5(PO4)3(F,Cl,OH) + Mg,Mn,Si,Sr
Mineraalgroep: fosfaten
Kristalstelsel: hexagonaal
Vorming: primair, secundair en tertiair
Hardheid: 5
Kleur: blauw, groen, geel, ondoorzichtig
Glans: glasachtig, vettig
Vindplaatsen: Marokko, Canada, Spanje, VS, Rusland, Mexico, Noorwegen, Duitsland
Bewerking: kraal, cabochon, polijsten
Apatiet is een overwegend ondoorzichtig kristallijn mineraal. Meestal komt apatiet in kleine hoeveelheden voor, in bijna alle gesteenten.
Het is een calciumfosfaat, maar bevat ook fluor (fluorapatiet), chloor (chloorapatiet) en hydroxyde (hydroxylapatiet).
De hoeveelheden fluor, chloor en hydroxyde zijn variabel, ze kunnen elkaar vervangen.
Over het algemeen bestaan apatietafzettingen uit mengvormen.
De kristallen kunnen veel verschillende vormen aannemen. Het lijkt net of de kristallen vlak onder de oppervlakte zijn gebarsten.
Gewoonlijk is apatiet ruw, korrelig en compact.
Ook de kleur kan heel verschillend zijn. Het meest komt de blauwe apatiet voor.
Het is een belangrijke bron van fosfor voor de industrie.
De naam apatiet komt van het Griekse woord ’apatao’, wat bedrog betekent.
De steen kreeg deze naam omdat hij gemakkelijk te verwarren is met andere mineralen, zoals beryl of kwarts.
Apatiet is zacht en wordt voor juwelen niet veel gebruikt. De steen zal snel krassen en beschadigen bij dagelijks gebruik.
Voor sieraden wordt alleen de beste kwaliteit gebruikt.
De diepe kleur komt heel mooi tot uiting bij zorgvuldig slijpen van de steen.
|
|