PREHNIET
Chemische samenstelling: Ca2Al(AlSi3O10)
Mineraalgroep: silicaten
Kristalstelsel: rombisch
Vorming: primair
Hardheid: 6 tot 6,5
Kleur: kleurloos, groenachtig, doorzichtig, doorschijnend
Glans: glasglans, parelmoerglans
Vindplaatsen: Zuid-Afrika, Mali, Namibië, India, VS, Canada, Marokko, China, Australië, Duitsland, Engeland
Bewerking: kraal, cabochon, slijpen
Prehniet ontstaat hydrothermaal in holten of spleten van basische gesteenten, vooral in vulkanieten en kristallijne leien.
De kristallen zijn tafelvormig, vaak afgerond en gegroepeerd tot waaiers of sterren. Afzonderlijke kristallen zijn zeldzaam, meestal wordt het gevonden in massieve vorm.
Zuivere prehniet is kleurloos, de kleur ontstaat door onzuiverheden in de omringende mineralen.
Als prehniet goed wordt geslepen vertoont de steen bijzondere glinsteringen. Door slijpen als cabochon kan dit effect optimaal worden benut.
In 1783 nam een Nederlandse kolonel (Prehn) dit mineraal mee van Zuid-Afrika naar Europa.
Men dacht dat het olivijn of smaragd was, vandaar dat men de steen toen kaapsmaragd en kaapchrysoliet noemde. |
|