TOERMALIJN
Chemische samenstelling: (Na,Ca)(Li,Mg,Al)(Al,Fe,Mn)6(BO3)3(Si6O18)(OH)4
Mineraalgroep: ringsilicaten (en oxiden)
Kristalstelsel: trigonaal
Vorming: primair
Hardheid: 7
Kleur: kan alle kleuren hebben, altijd doorschijnend, ondoorzichtig
Glans: glasglans, vetglans
Vindplaatsen: Brazilië, VS, Madagaskar, Sri Lanka, Mozambique, Pakistan, Afghanistan
Bewerking: slijpen, al zijn de natuurlijke kristallen het mooiste
Toermalijn is chemisch gezien één van de meest complexe mineralen.
De samenstelling is variabel, omdat de verschillende bestanddelen zich kunnen mengen. Hierdoor komt toermalijn in zoveel kleuren voor.
De variatie in de samenstelling is uniek in de wereld van mineralen.
De zwarte toermalijn, schörl, is het meest algemeen. Daarnaast bestaat er roze/rode toermalijn, rubelliet genoemd.
De groene toermalijn heet verdeliet, de blauwe toermalijn heet indigoliet.
Toermalijn die uit meerdere kleuren bestaat, groen met rood, wordt watermeloentoermalijn genoemd.
Toermalijnkristallen zien er vaak uit als lange, in de lengte gegroefde zuilen of zijn naaldvormig. Ze komen veel voor in granieten en pegmatieten.
Ingesloten toermalijnnaalden van schörl in bergkristal wordt met de naam toermalijnkwarts aangeduid.
Toermalijn was al in de Oudheid bekend in het Middellandse Zeegebied. Hij werd echter pas in 1703 door Hollanders vanuit Sri Lanka naar West-Europa gebracht.
Men noemde de edelsteen ’turmali’ (een Singalees woord) wat zoiets als ’steen met gemengde kleuren’ betekent.
De steen kan door verhitten of wrijven elektrisch geladen worden en papiersnippertjes aantrekken.
Het is geen gemakkelijke steen om te bewerken, de kristallen zijn nogal breekbaar.
Toermalijn wordt vooral toegepast in de elektrotechniek. |
|